PROJECTBESTRATING | 2018/19 - NOPPERT BETON

101 BESTRATINGVERBANDEN: KEUZE, GESCHIKTHEID EN HET VERLEGGEN H-lijnprofielstenen Als de stenen loodrecht op de rijrichting worden gelegd, draagt de H-lijprofielsteen de optredende krachten veilig over aan de omliggende stenen. Triloc ® Door de vorm van de Trilocsteen wordt de belasting van een steen door de aangrenzende stenen ondersteunt. Deze verbandstraatsteen kan vanuit alle richtingen worden overreden, omdat de schuif, draai- en radiale krachten gelijkmatig over de zes aangrenzende stenen worden verdeeld zonder dat de stabiliteit van de bestrating wordt aangetast. All-verbandsteen Door de vorm van de All-verband stenen kunnen deze in een hoek ten opzichte van elkaar worden gelegd. De korte zijde (‘kopse kant’) wordt tegen de langszijde (‘strek’) van de aangrenzende steen gelegd, waardoor er een zeer effectief elleboogverband ontstaatt.  Legverbanden met verbandstraatstenen Voor de verharding van zwaar belaste oppervlakken is het aan te raden verbandstraatstenen te gebruiken. Vanwege de vorm van deze betonstraatstenen kunnen hier de op het oppervlak uitgeoefende krachten optimaal over de omliggende stenen worden verdeeld. Voor een optimale werking van de verbandsteen moet deze worden opgesloten met de beschikbare hulpstukken of passtenen. VERZORGING EN ONDERHOUD Bij een goede technische opbouw en gedegen uitvoering kunnen bestratingen de gewenste gebruiksduur van 30 jaar voor verharding van de openbare ruimte ver overschrijden. In principe is, net zoals bij alle andere verhardingen in de openbare ruimte, een regelmatige controle van de oppervlakte- gesteldheid en onderhoud hieraan een vereiste. De belangrijkste punten worden hieronder genoemd. Een goed onderling verband van de bestrating ontstaat pas na intensief gebruik in loop van een tot twee jaar na het leggen. Daarvoor zijn twee redenen van bijzonder belang:  Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat nieuw aangelegde bestratingen in die tijd een relatief geringe weerstand tegen uitwassen van voegmateriaal hebben.  Verder wordt het voegmateriaal aan het begin van het gebruik door het zwaar verkeer verder verdicht. Onderzoek heeft aangetoond dat het voegmateriaal zich door de belasting (ca. 30.000 overrijdingen met een gelijkwaardige 10-t-aslast) met max. 20 mm verdicht. Het ontbrekende voegmateriaal moet worden aangevuld. Om de bovengenoemde redenen moet juist aan het begin van de gebruiksduur speciaal worden gelet op de toestand van de voegen en de voegvulling. Het is aan te raden om vanaf de open­ stelling tot aan de afloop van de garantietermijn met de aannemer schriftelijk overeen te komen dat de voegen regelmatig worden onderhouden (bijgevuld). (beter is het om dit in het bestek op te nemen). Betonstraatstenen en betonplaten moeten zo worden gereinigd dat daarbij indien mogelijk geen voegmateriaal wordt verwijderd. De bestrating mag pas na meer dan één jaar na het aanbrengen machinaal worden gereinigd. Is dit niet mogelijk, dan moet in de eerste periode van zuigende belasting – vooral in verticale richting – worden afgezien. Als voegmateriaal ontbreekt, verliest de bestrating zijn verband en dus zijn stabiliteit. Het gevolg is verschuiven en kantelen van de afzonderlijke stenen. Om te zorgen dat de bestrating voldoende verband behoudt, moet ontbrekend voegmateriaal direct worden aangevuld. Vervormingen, kuilen of verzakkingen, die plassen op het wegdek veroorzaken, moeten onmiddellijk worden hersteld.